Op de website van jazz e-zine Jazzenzo schrijft Cyriel Pluimakers een recensie over de zojuist verschenen cd Concertos van het MJO.
Na fraaie albums met vocalisten – ‘Bleeding Amazonia’ met Lilian Vieira en ‘Both Sides Now’ met Marjorie Barnes – verrast het Oost-Nederlandse Millennium Jazz Orchestra met een onvervalste instrumentale productie. Twee orkestrale werken beleven hier hun première: het ‘Concerto for Trombone and Jazz Orchestra’ en het ‘Concerto for Jazz Orchestra’: uitgebreide composities waarin jazz en klassiek elkaar ontmoeten.
Kunstschilder
De Engelsman Mark Nightingale is de hoofdgast in het driedelige ‘Concerto for Trombone and Jazz Orchestra’. Nightingale startte op negenjarige leeftijd met trombone en speelde in zijn tienerjaren in het National Youth Orchestra. Meerdere keren won hij als solist de British Jazz Award en daarnaast schreef hij diverse composities voor koperblaasinstrumenten. Hij werkte met musici als Ray Brown, Scott Hamilton, Lee Konitz, Cleo Laine, Kenny Wheeler, Sting, Henri Mancini en Michel Legrand.
In ‘Concerto for Trombone and Jazz Orchestra’ krijgt Nightingale de gelegenheid zijn volledige kunnen te etaleren. Hij beschikt over een warmbloedig geluid en toont zich in uitgebreide solo’s een muzikale kunstschilder van formaat. Zijn improvisaties sluiten naadloos aan op de prachtige arrangementen van orkestleider Joan Reinders. Een hoogtepunt vormt zijn lyrische bijdrage in het melancholieke tweede deel ‘Wistfulness’.
Béla Bartók
Het vijfdelige ‘Concerto for Jazz Orchestra’ heeft het befaamde ‘Concerto for Orchestra’ van Béla Bartók als inspiratiebron. Een iconisch werk dat de componist aan het einde van zijn leven in 1944 in New York schreef, na in 1940 gevlucht te zijn voor de nazi’s: ziek en bevangen door herinneringen aan zijn jeugd in Hongarije.
Reinders volgt voor een groot deel de oorspronkelijke motieven en melodieën en voegt daar zijn eigen uit de Amerikaanse bigband traditie afkomstige idioom aan toe. Een hoogtepunt vormt de doortastende solo van tenorsaxofonist Joao Driessen in het eerste deel, die als een onstuimige jonge hond uit de band springt. Trompettist Florian Sperzel en trombonist Gregor Sperzel verzorgen een boeiend duet in ‘Brothers’. Bijzonder kleurrijk is het derde deel ‘Elegy’, met mooie rollen voor sopraansaxofonist Gerlo Hesselink en pianist Dirk Balthaus. Vol contrasten is de daarna volgende ‘Interrupted Interlude’, met spannende bijdragen van contrabassist Bart Tarenskeen, altsaxofonist Rob Sijben en slagwerker Felix Schlarmann.
Imposant
In ’Final’, trekt het orkest nog eenmaal alle registers open met een meer dan imposante ensembleklank. Baritonsaxofonist Job Helmers, trompettist Rémi Keupink en tenorsaxofonist Driessen tekenen voor de krachtige solo’s. Een schitterende productie van internationaal niveau!
* Volledige bezetting: Joan Reinders directie; Bas Konings, Florian Sperzel, Rémi Keupink, Herman Nijkamp en Anne-Marie ten Heggeler trompet en flugelhorn; Gerlo Hesselink, Rob Sijben, Joao Driessen, Luuk de Vries en Job Hermans saxofoon en klarinet; Gregor Sperzel, Simon Pugsley, Jan Peter van der Hoeve en Mathis Kaiser trombone; Dirk Balhaus piano; Bart Tarenskeen contrabas; Felix Schlarmann drums. Gast: Mark Nightingale trombone.